Geponste muziekplaten

Gecodeerde informatie

de oorsprong van ponsplaten

Op een van mijn zoektochten op zolder vond ik, aangetast door de spreekwoordelijke tand des tijds, een zwart houten doosje met binnenin iets wat op een blaasbalg leek en daarbij een reeks geponste platen, vermoedelijk van tin of messing. De platen hielden het midden tussen een klassieke LP- en single-vinylplaat. Langs de opening in het midden stonden namen als "mazurka" en "wals".

Misschien was het wel die keer dat ik voor het eerst aan den lijve ondervond dat veel technische concepten ouder zijn dan ze op het eerste zicht lijken. De muziekdoos die ik had gevonden (of wat er nog van overbleef) vertoonde ondanks zijn overduidelijke verschillen ook wel wat gelijkenissen met de ondertussen naar technische normen al bejaarde CD-speler. Terwijl bij een audio-CD de muziek vastligt in minuscule kleine putjes en bij een vinylplaat in langgerekte groeven, is de muziek hier gecodeerd in langgerekte gaten waardoor de lucht van de blaasbalg kan ontsnappen. Het geheel werd manueel aangedreven met een zwengel die zowel de plaat aan het draaien bracht als de ingesloten blaasbalg op en neer liet bewegen. Het deed denken aan de negentiende-eeuwse draaiorgels waar de ponsgaten niet in schijven, maar in opgevouwen rechthoekige platen zijn aangebracht. De ponsplaten bevatten geen geluidsopnames of geluiden die naar analogie met de werkelijkheid zijn geregistreerd. Toch is de muziek hier net zoals bij een CD in gecodeerde vorm vastgelegd. Enkel een toestel dat weet hoe het de informatie moet decoderen, kan de muziek weergeven.

Lees meer over de coderingstechniek en de geschiedenis van ponsplaten.

Lees de volledige tekst in ons boek "Niet van gisteren".