Petrogliefen (Bron: http://www.crystalinks.com/petroglyphs.html)

Petrogliefen en de oorsprong van het schrift

Traditioneel plaatst men het ontstaan van het schrift in het midden van het vierde millennium voor onze tijdrekening. Men zegt dat op dat moment de prehistorie eindigt omdat het schrift ontstaat. In de irrigatiesamenlevingen van Egypte en Mesopotamië was een schrift noodzakelijk om het administratieve werk van het opmeten van velden en het berekenen van belastingen te vereenvoudigen en te automatiseren. De laatste jaren rijzen er echter vragen over de oorsprong van het schrift. In 1993 werd bij opgravingen bij het Kastoriameer in Griekenland een tablet met schrifttekens opgegraven dat na C14 koolstofdatering uit ongeveer 5260 v. Chr bleek te stammen.

Sommige onderzoekers zijn bovendien van mening dat het schrift niet eensklaps is ontstaan, maar geleidelijk evolueerde van een symbolische tekeningen naar het “vertalen” van woorden en zinnen in schrift. Van de eerder genoemde grotkunst zijn vooral de jachttaferelen bij het grote publiek bekend. Vaak duiken ook kleine symbolen op, zogenaamde petrogliefen, waarvan niemand het precieze doel kent. Toch blijken deze tekens, geometrische figuren, zigzaglijnen... wel degelijk een symbolische betekenis te hebben. Genevieve von Petzinger een student van de universiteit van Victoria in British Columbia (Canada) vond het vreemd dat niemand zich had bezig gehouden met het registreren van deze symbolen en met een vergelijkend onderzoek. Onder begeleiding van April Nowell stelde ze een databank samen met alle grottekens van 146 archeologische sites uit Frankrijk uit de periode tussen 35000 en 10000 jaar geleden. Ze kwam tot een verbazingwekkend resultaat. 26 in dezelfde stijl getekende symbolen keerden overal terug.

Lees de volledige tekst in ons boek "Niet van gisteren" ISBN: 9789058268594
De bibliotheek van Alexandrië.

De bibliotheek van Alexandrië

De bibliotheek werd de grootste van de toenmalige wereld met tussen 400 000 en 700 000 boekrollen. Vermits één boekrol gemiddeld tussen de 20 en de 40 moderne pagina’s tekst bevat ... komt de hele collectie overeen met ongeveer 50 000 boeken uit onze tijd. Dat lijkt niet veel, maar we mogen niet vergeten dat alle boeken toen met de hand geschreven werden ... en dus uiterst zeldzaam waren.

De bibliotheek was een ultieme poging om de kennis van de mensheid te verzamelen en toegankelijk te maken. Toch bleef de verspreiding beperkt tot die groep mensen die kon lezen en over de mogelijkheid beschikten om de bibliotheek te bezoeken.

Schepen die in de haven langskwamen, moesten elk boek dat ze aan boord hadden afstaan om te laten ‘kopiëren’. Vaak kregen ze hun boeken helemaal niet terug of kregen ze een kopie terwijl het origineel in de bibliotheek achterbleef. Men stuurde opkopers naar alle mogelijke streken (zelfs naar India) om zo veel mogelijk boeken te verzamelen.

Lees de volledige tekst in ons boek "Niet van gisteren" ISBN: 9789058268594

De voorloper van Google - Het Mundaneum

De werking van het mundaneum.

Samen met nobelprijswinnaar Henri La Fontaine (1854 – 1943) vatte de Belg Paul Otlet in 1895 het plan op een bibliografie te schrijven van alle wereldwijd gebubliceerde kennis die hij vervolgens ook publiek beschikbaar wilde maken. Ze beperkten zich niet alleen tot boeken, maar namen ook artikels, magazines, afbeeldingen, pamfletten... media die door bibliotheken in die tijd genegeerd werden, in hun lijsten op. Op die manier bouwden ze een databank op met meer dan 12 miljoen steekkaarten. Van de overheid kregen ze toelating om de databank onder te brengen in overheidsgebouwen te Brussel. Dankzij de overheidssteun konden ze ook personeel in dienst nemen. Via brief of een telegraafverbinding konden mensen van waar ook ter wereld informatie opvragen.

Deze analoge zoekmachine kreeg meer dan 1500 vragen per jaar. Deze analoge zoekmachine kreeg de naam "Mundaneum". In zijn boeken "Traité de documentation" (1934) en "Monde: Essai d'universalisme" uit 1935 schreef hij over de mogelijkheid van een mechanisch collectief geheugen dat alle informatie zou bevatten en toegankelijk moest zijn via telecommunicatie. Hij droomde van een netwerk (“réseau”) van “computers” (hij noemde het "elektrische telescopen") waarin mensen informatie konden zoeken en bladeren door miljoenen gelinkte documenten, afbeeldingen, geluiden en filmfragmenten.

Lees de volledige tekst in ons boek "Niet van gisteren" ISBN: 9789058268594
Het mundaneum in zijn gloriedagen.